30 jan 2008 2:53
30 jan 2008 11:29
30 jan 2008 13:07
31 jan 2008 8:16
01 feb 2008 20:33
02 feb 2008 0:03
03 feb 2008 0:28
03 feb 2008 13:15
Cosinus phi, VA, blindvermogen, schijnvermogen
Voor de specialisten: aangezien we meestal met wisselstroom te maken hebben, is de situatie feitelijk iets ingewikkelder. Voor gelijkstroom en wisselstroom met zuiver Ohmse belastingen kloppen bovenstaande formules precies, voor wisselstroom moeten we rekening houden met reactieve belasting, met name verliezen door de opgewekte magnetische velden in spoelen. Die spoelen zitten onder andere in in transformatoren en elektromotoren. Het totale verbruikte vermogen in Watt (of VA) bestaat dan uit een deel zogenaamd "blindvermogen" en een deel "werkelijk vermogen", dat is het vermogen dat ook rendement oplevert (kracht van een motor, licht of wat dan ook). De verhoudingsfactor hiertussen is de cosinus phi, kort geschreven als: cos φ. Die factor verschilt per apparaat en per soort apparaat. Bij een gloeilamp is geen spoel of magnetisch veld betrokken: hier is de cosinus phi dus 1, geen verliezen. Het werkelijke vermogen is gelijk aan het rendement, er is geen blindvermogen. Bij een enkele TL lamp (waar een spoel in zit) is de cosinus phi 0,5, bij een elektromotor (afhankelijk van bealsting, contructie etc.) bijvoorbeeld 0,85. Voor het zelfde vermogen loopt er bij een lage cosinus phi méér stroom door de kabels.
De formule voor verbruikt vermogen wordt voor wisselstroom dus zo:
Watt = Volt * Ampère * cos φ
Dat heeft zoals gezegd gevolgen voor het aantal Ampères dat door een kabel gaat. Stel de cos phi van een apparaat is 0.85 en het aantal verbruikte Watts is 2200. Men spreek dan ook wel van 2200VA, of "schijnbaar vermogen" om aan tegeven dat dit het verbruiksvermogen is en niet het aan arbeid geleverde vermogen. Normaal zou je dan verwachten dat er 10A stroom loopt. Rekening houdend met de cos phi wordt dat meer, nl. 11.76A namelijk 10 * (1/0.85). Na te rekenen met de bovenstaande calculator!