lopen, nuttig werkwoord;
heeft gelopen --> geen T dus "heeft verteld" zonder T
Regelt ook volgende instinkers:
Jij loopt --> "jij vertelt" (en dus ook "jij wordt") met T:
loop jij? --> vertel jij? (en dus ook "word jij") zonder T;
zij/hij loopt --> zij/hij vertelt (en ook "wordt") met T;
Kamiel Spiessens wist het al, dat is nie moeiLIJK, dat is gemakkeLIJK, dat is een hobby.